Dat de kleine machine ertoe uitnodigt in te stappen heeft niet alleen met het belabberde weer te maken. De rijkelijk van glas voorziene cabine is goed toegankelijk en de met fraaie grijze stof beklede stoel oogt comfortabel. Jan-Jacob Bles had het slechter getroffen als de ECR18 Electric vandaag ons testobject was geweest. Dat tweelingbroertje van onze machine heeft een, afgezien van het dak, open kooiconstructie waarin je als machinist bent overgeleverd aan de elementen - leve het regenpak. Niet klagen dus. Bovendien hebben we in de enorme hal van SMT in Emmeloord alle gelegenheid om de nog schone machine te bekijken zonder gelijk nat te worden.
Niveaucontrole via kijkgat
Gezien de introductie van de fossiele EC18, binnenkort alweer zes jaar geleden, is het design geen verrassing meer, al is het nog volledig bij de tijd. Met een standaardbreedte van nog net geen meter vormen nauwe doorgangen geen belemmering. Is meer stabiliteit nodig, kunnen de rupsen worden uitgeschoven tot een breedte van 135 cm. In de ontwerpfase is er al rekening mee gehouden dat dit soort minigravers dikwijls onder krappe omstandigheden wordt ingezet; bij een onbedoelde confrontatie met een obstakel moet de schade tot een minimum beperkt blijven.
Dat er werkelijk is nagedacht over schadebeperking zien we ook bij de offsetcilinder van de giek. Die is aan de linkerkant is geplaatst, naar de cabinedeur toe. Een doordachte keuze omdat de cilinder daar minder kwetsbaar is voor onbedoelde contacten met bijvoorbeeld een muurtje. ‘Gek dat je dat niet overal tegenkomt’, aldus Jan-Jacob, die ook tevreden is met de hydraulische cilinders bovenop de giek, een plek met aanzienlijk minder kans op beschadigingen als je grote dingen pakt of per ongeluk iets raakt.’ De klant heeft keuze tussen een korte en een lange knikarm en kan ook nog investeren in allerlei functie-gerelateerde opties, van verschillende typen snelwissels en bakken tot een hydraulische sloophamer. De hamerfunctie is met een druk op de knop in te schakelen. Met een instemmende blik constateert onze testmachinist dat de leidingen keurig zijn verlegd en de slangen zijn voorzien van beschermhoezen die de levensduur aanzienlijk kunnen verlengen. De LED-werklampen bovenop de cabine zijn standaard.
Oliecontrole via kijkgat
De elektrische componenten komen in beeld na het openen van een deur in de achtersteven. De hydrauliek zit zowel aan de rechterkant als onder de vloer, die voor serieus sleutelwerk gemakkelijk kan worden opengeschroefd. Jan-Jacob hoeft er geen lange teksten bij te bedenken: ‘Het dagelijkse onderhoud aan zo’n elektrische machine stelt weinig voor, maar dat zal inmiddels een bekend verhaal zijn. Je moet voor je aan het werk weten dat je een volle accu hebt en de hydrauliekolie op peil is, dat is alles. Het hydrauliekniveau lees je af in het filter. Daar hoeft zijdeur niet voor open, je kunt het controleren via een kijkgat. Gemakkelijker kunnen we het niet maken, heet dat toch?’
De folder belooft dat de motor goed is voor een piekvermogen van 18 kW oftewel 24,5 pk’s, een maateenheid waarvan elektrotechnici zullen gruwelen. Continue is het 12,5 kW (16,25 pk). De energievoorziening wordt verzorgd door een 16 kWh Li-ion accu. Is deze volledig opgeladen, moet je volgens Volvo 4 tot 5 uur continu met de machine kunnen draaien, uiteraard afhankelijk van het soort werkzaamheden. Opladen van 10 tot 80 procent capaciteit neemt met een DC-snellader (zoals we die kennen van elektrische auto’s) minder dan een uur in beslag. Genoeg om tussen de middag de broodtrommel te legen en nog wat overleg te plegen met collega’s. Opladen met de tot het standaardpakket behorende boordlader aan het lichtnet vergt bijna zes uur, maar dan is de batterij ook weer volledig op krachten. Je kunt de boordlader heel netjes opbergen, het is duidelijk geen toevoeging achteraf. LEDs aan hoeveel Amperè de stroomaansluiting heeft en op de display wordt de laadstatus en resterende laadtijd weergegeven.
Echte Volvo-sfeer
Terwijl de machinist in de cabine stapt - erin ‘klimmen’ is gezien de geringe hoogte zwaar overdreven - pakken wij alvast onze stormvaste paraplu. Nog even een eerste indruk Jan-Jacob? ‘Prima! Je stapt gemakkelijk in en hebt genoeg ruimte. De meeste gebruikers van dit soort machines zullen er met hun schoenen aan in zitten. Ik ben gewend mijn klompen uit te doen, daar is bij de deur genoeg plek voor. De pedalen zitten op de juiste plek en zijn prima te bedienen. Doe stoel zit lekker en biedt voldoende verstelmogelijkheden. Je hebt volop glas om je heen en het rechter zijraam kan open, net als de voorruit. Die kun je zelfs met het onderste gedeelte erbij omhoog schuiven, bij extreem weinig ruimte kun je zelfs aan de voorkant uitstappen. Handig! Je vind het vast niet erg dat ik dat vandaag niet demonstreer. Op het zicht rondom valt niks aan te merken’, vervolgt onze machinist. ‘Ook achter de machine hoeft je niets te ontgaan, twee flinke buitenspiegels helpen nog een handje. Een kachel is standaard, evenals een afsluitbare opbergbak achter de stoel. Leuk te zien dat het interieur van deze dappere kleine strijder dezelfde sfeer heeft als dat van de grotere compacte broers. Zelfs als je de naam nergens ziet, is er meteen die herkenning, zo van “ja, dit is een Volvo!” Zo is het 5” kleurendisplay door middel van een draaiknop gemakkelijk en intuïtief te bedienen, heel vertrouwd. Heb je hulp nodig, bijvoorbeeld het opladen van de accu, dan helpt de Nederlandstalige begeleiding op het scherm je puntsgewijs door het proces heen, met weinig tekst, maar wel heel duidelijk.’
Wennen amper nodig
De EC18 Electric biedt in de basis alles wat de machinist nodig heeft, maar Volvo stelt de koper die nog wat meer wil besteden niet teleur. De optielijst vermeldt bijvoorbeeld een stoel met een hogere rugleuning en een verstelbare lendensteun, eventueel met uiterst slijtvaste kunstleren bekleding. Verder een DAB- of FM-radioradio, sloten op de bediening, een gereedschapsset, ga zo maar door. En dan hebben we het nog niet eens over zeer uiteenlopende ‘werkuitrustingen’ van extra werklampen tot stalen rupsen, meer uitgebreide hydraulische voorzieningen en andere opties die de ene gebruiker absoluut niet zal missen en de andere onontbeerlijk vindt. Kortom: tot op zekere hoogte kun je spreken van een machine op maat.
Inmiddels is Jan-Jacob al enige tijd in gevecht geweest met zand en modder, wat ons nieuwsgierig maakt naar zijn bevindingen. Met een grijns stapt hij uit de machine om meteen los te branden: ‘Je stapt erop en rijdt ermee weg, wennen is amper nodig. Deze Volvo is ontzettend stil in vergelijking met een minigraver met een uitlaat, maar als je erop draait, merk je absoluut niet dat je elektrisch werkt. Nou ja, “niet merkt”, zodra hij in actie komt, voel je meteen het voor een elektrische machine zo kenmerkende enorme koppel. Hij is lekker vlot en en soepel, dat werkt heel fijn. Je kunt er ook ontzettend netjes mee afwerken, dat is voor mij een essentieel pluspunt bij zo’n machine!’
Uiterst stabiel
Volgens onze expert beschikt de kleine Volvo over een flinke krachtreserve: ‘Hoeveel ik zand ook in de bak duw, hij maalt er niet om, het is steeds alsof ik ergens achter me een stemmetje hoor van “kom jongen, doe er nog lekker een schepje bovenop, ik kan het best!” Dat gevoel van overcapaciteit vind ik knap voor een machine in dit segment. Met de stabiliteit is ook niks mis, al wordt zo’n EC18 met mij op de stoel in feite wel een EC19 haha. Ik heb eerst met de rupsen in de basisstand gewerkt en zelfs dan moet je moeite doen om de onderwagen uit zijn evenwicht te brengen. Lukt het toch om wat onbalans teweeg te brengen, bijvoorbeeld door met een volle bak te gaan draaien,’ vervolgt Jan-Jacob, ‘hoef je alleen de rupsen maar in de brede stand te zetten - kwestie van een druk op de knop - om het gevecht met de zwaartekracht te winnen. Het schuifbordje kun je op simpele wijze inklappen en gebruiken wanneer je het nodig hebt. De vermogensafgifte en de snelheid - in de lage versnelling 1,9 km/h, in de hoge 3,8 km/h) - zijn keurig te regelen, waarbij er uiteraard een lijnrecht verband is tussen het aangesproken vermogen en het energieverbruik. Soms betekent dit dat je iets zorgvuldiger moet plannen bij een lange werkdag, maar de praktijk leert dat dit snel went.’
Kan meer dan verwacht
Veel valt er aan het voorgaande niet meer toe te voegen, hooguit kunnen we Jan-Jacob nog vragen zijn oordeel in een paar regels samen te vatten. ‘Ik kende de fossiele EC18 al en was heel benieuwd hoe de elektrische variant het eraf zou brengen. Ik ben onder de indruk van de krachtreserve die je voelt wanneer de machine flink aan de bak moet. Daarbij is hij ontzettend stabiel en solide gebouwd. De ontwerpers weten hoe er in de praktijk met dit soort minigravers wordt omgesprongen, zeker in de verhuur, en hebben geprobeerd kwetsbare delen zo veel mogelijk uit de gevarenzone te houden. Denk maar aan de links gemonteerde offsetcilinder. Natuurlijk, met zijn bescheiden afmetingen en gewicht van 1.955 kg is en blijft de Volvo EC18 Electric een minigraver, maar vergis je niet, je kunt er meer mee doen dan je op grond van een eerste aanblik verwacht!’
Dit artikel is gesponsord door SMT Volvo.