Staad gaat zélf machines bouwen; een elektrische 17-tons graafmachine

Staad gaat zélf machines bouwen; een elektrische 17-tons graafmachine
Fotografie: Paul Poels

Het in Veghel, Oss en Harlingen gevestigde Staad komt medio 2026 met een volledig zelf ontwikkelde elektrische mobiele 17-tons graafmachine op de markt. Een eerste prototype beleeft z'n primeur op Bauma.

Deze heeft dus niet langer een Develon als basis. Van onderwagen tot en met de lepelsteel is de machine volledig in Nederland uitgedacht, getekend en gebouwd. De stap naar zelf fabriceren is volgens Staad noodzakelijk om zonder concessies een elektrische machine te kunnen bouwen die zuiniger met z’n energie omgaat en daarmee concurrerender wordt met een diesel. Maar er is nog veel meer.

Hij is bijna klaar: de Staad 17W. Monteurs leggen ten tijde van ons bezoek de laatste hand aan de compacte elektrische 17 tonner die in München op de Bauma z’n debuut maakt. Een wereldprimeur. Kernpunten: helemaal vanaf nul door Staad zélf opgebouwd, energiezuiniger mede door elektrische in plaats van hydrostatische wielaandrijving én compacter gebouwd voor beter direct zicht rondom. Opvallend; waar Staad de laatste jaren steevast inzette op grotere batterijpakketten met een hógere energiedichtheid en telkens méér kWh’s aan boord, zal de nieuweling juist een kleiner batterijpakket aan boord hebben.

Het typeert de omslag die aanstaande is bij Staad. Want door niet uit te gaan van een bestaande basis, verwacht het bedrijf haar elektrische machines enorm veel efficiënter te kunnen maken. Dus is er minder stroom aan boord nodig toch om de werkdag vol te kunnen maken. Drie grote voordelen: de machine is compacter te bouwen en de kleinere, lagere accu, geeft beter zicht naar achteren. Dat is een grote wens vanuit de praktijk. Ten tweede is deze -nog steeds verwisselbare- batterij gemakkelijker en op méér plekken ‘s nachts te laden omdat een vrij standaard 32A-aansluiting nu volstaat. Tot slot drukt een efficiëntere machine de kosten. Het lagere energieverbruik moet deze nieuwe generatie elektrische machines op termijn concurrerend maken met de huidige generatie diesels.

Eigen machines

Vlak vóór de Bauma zijn we te gast in Veghel. In een recent in gebruik genomen tweede pand huisvest Staad sinds kort haar eigen ontwikkelingstak voor de elektrische machines. Het gaat goed. Inmiddels telt de elektrificatietak los van het dealerbedrijf meer dan 100 medewerkers en is er een tweede vestiging in Harlingen en een derde in Oss. De kennis van accutechniek en software heeft het bedrijf allemaal in huis. Het ombouwproces is dusdanig gestroomlijnd dat ook partnerbedrijven dit in opdracht kunnen uitvoeren. Zo kon en kan men snel opschalen.

En het is óók de manier waarop Staad straks de eigen machines gaat bouwen: de kennis in eigen huis houden en het staalwerk en de assemblage uitbesteden aan de partnerbedrijven uit de regio. Waar Staad vijf jaar geleden de stoute schoenen aantrok en zélf bestaande grondverzetmachines ging ombouwen naar een elektrische aandrijflijn, breekt er de komende jaren een nieuwe fase aan. De ambities zijn groot, strookt dat wel met de haperende markt voor elektrische machines? “Juist doordat de markt zich langzaam ontwikkelt zien we dat de grote merken niet snel met elektrische mobiele machines komen. Dat is juist gunstig voor ons, want zo blijft het een nichemarkt waarin wij onze voorsprong alleen maar uitbouwen” zegt algemeen directeur Pieter Staadegaard.

Nieuw hoofdstuk

Dat nieuwe hoofdstuk staat ten tijde van dit bezoek nog in de ontwikkelingswerkplaats en is zo goed als af. Het is een hoofdstuk waarin Staad nog steeds Develon-machines blijft ombouwen, maar óók de markt zal betreden als fabrikant van eigen machines. De 17W is daarin de eerste stap van wat uiteindelijk een lijn met zes eigen machines moet worden en zowel rupsgraafmachines, mobiele graafmachines én één wiellader zal omvatten. Het zijn op het eerste oog ongekende plannen voor de relatief kleine speler. Maar het is een doordachte stap waar Staad achter de schermen al helemaal op is voorgesorteerd, zo verzekert directeur Pieter Staadegaard ons.

Inmiddels is de 17W onderweg naar München voor de Bauma, waar de kleine Nederlandse speler ten overstaan van de miljardenconcerns het doek van de wereldprimeur zal trekken op een eigen stand. In dit mobiele segment is de kleine Brabantse speler de wereldconcerns op technisch vlak simpelweg voor. En niet een béétje, maar mijlenver. Dat Staad nu als eerste eigen machine juíst met de mobiele zeventientonner komt, is natuurlijk geen toeval. Dat is altijd al de meest verkochte elektrische machine binnen het ombouwprogramma. Bovendien zit hier de meeste kennis, want het bouwen van mobiele graafmachines is niet eenvoudig. Sommige grote merken bijten zich op de dieselversies al stuk, een goed draaiende elektrische variant in de markt zetten is nog een paar bruggen verder.

Waar een rupsgraafmachine al snel prima werkt, hangt de functionaliteit van een mobiele machine van details aan elkaar. Om welke details het bij een elektrische mobiele machine draait; dat weten ze bij Staad. Met 200 elektrische machines in het veld waarvan 135 mobiele elektrische gtaafmachines, kan men buigen op een enorme berg praktijkervaring en data. Al die ervaringen deed de bouwers steeds meer beseffen dat ze zélf een machine moesten gaan bouwen om zo alle wensen te verwerken.

Uiterlijke schijn bedriegt

Terug naar die machine. Eerlijk is eerlijk; een nietsvermoedende voorbijganger zal wellicht niet op- of omkijken als de nieuwe compacte zeventientonner in Veghel tussen een rijtje Develons zou staan. Want de Staad-machine is bewust óók oranje met antraciet en heeft eveneens z’n accu achterin in de bovenwagen, zoals gebruikelijk. En met een driedelige verstelgiek en een onderwagen als iedere mobiele machine lijkt de Staad 17W niet revolutionair anders.

Met de nadruk op líjkt. Want op álle fronten staat hier een machine die volledig door Staad is bedacht en gebouwd. Zo zijn de verhoudingen en afmetingen van de eigen giek erop gericht om dichterbij de machine méér te kunnen heffen. De stelgiek kan verder achterover en is gegroeid in lengte. Ook de slag van praktisch alle cilinders is anders dan bij de huidige Develons. Het verkleint bovendien de totale zwenkradius, maakt compact werken mogelijk én geeft meer hoogtebereik. Het hijsen van lasten dichterbij het hart van de draaikrans spaart energie.

Een kernpunt: alles is uit de kast getrokken om de machine zuiniger met energie te laten omspringen. Dat was het hoofddoel, want alleen op deze manier kan de machine toe met een kleinere accu. Van nu 400 kWh naar 300 kWh. Dat verlaagt niet alleen de aanschafkosten, dit moet het ook mogelijk maken dat de machine simpeler kan laden op een 32A krachtstroomaansluiting. Nu is laden vaak een puzzel, omdat 64A aansluitingen amper beschikbaar zijn. Laat staan op bouwplaatsen. Door zuiniger om te gaan met de stroom moet de actieradius ondanks de kleinere accu overeind blijven. Grootste slag heeft de fabrikant geslagen door de hydrostatische aandrijving van de wielen te vervangen door een directe elektrische aandrijving. Dit maakt het ook mogelijk om bij het afremmen energie terug te winnen; de elektromotor dient dan als dynamo.

Logisch ontwerp

Pieter Staadegaard: “Normaal rem je door de hydrostaat te smoren. Dat warmt de olie op waardoor je die moet terugkoelen; ook dat kost energie. Nu de rijaandrijving elektrisch is kunnen de koelers véél kleiner zijn en vragen ze minder energie. We hebben de koelers ook los van elkaar op de machine gezet, zodat deze elkaar niet opwarmen en dus efficiënter werken.” Door zelf volledig opnieuw te beginnen kwam steeds meer het besef dat bestaande machines niet altijd logisch in elkaar zitten. “Als je kijkt hoeveel haakse bochten, vernauwingen of T-stukken er in een hydraulisch systeem zitten; dat is allemaal weerstand en kost energie, wij hebben dat er op onze machine allemaal uit gehaald.”

Staad koos bewust niet voor accu’s in de onderwagen. “Dat is een té kwetsbare plek vinden wij” licht Staadegaard toe. Ook is de bediening servo-gestuurd in plaats van elektronisch én is de giek nog steeds voorzien van hydrauliekcilinders in plaats van actuatoren met stelmotoren. “Dit laatste hebben we wel overwogen, maar uit eigen onderzoek blijken die niet bestand tegen de krachten die vrijkomen als je bijvoorbeeld een sloophamer gebruikt.”

Pieter Staadegaard, algemeen directeur Staad.
Pieter Staadegaard, algemeen directeur Staad.

Met vijf jaar ervaring in het ontwikkelen van elektrische aandrijflijnen en het ombouwen van bestaande graafmachines en wielladers, mag je verwachten dat de eigen machine op dat vlak vooruitstrevend is. Toch is dat niet het enige. Want de ervaring met grondverzet gaat natuurlijk al veel langer terug via het dealerbedrijf. Via die weg en de input van dealers en klanten zijn óók wensen die de algemene markt stelt aan een mobiele graafmachine verwerkt in de Staad 17W.

Met hydrauliekventielen en elektra op de onderwagen, een K80-koppeling en een vetdoorvoer in de draaikrans voor automatische vetsmering op de onderwagen. Daarnaast nog ingebouwde positiesensoren voor 3D-gps, een camerasysteem met AI-persoonsherkenning en standaard integratie van wielbesturing op de joystick. Verder is de machine voorbereid op draaikantelstukbediening. Om maar wat te noemen.

Staadegaard: “We hadden nu dé kans om het goed te doen, dus alles wat je kunt bedenken en méér zit erop.” En met die grondige aanpak schrijft Staad historie, want het lijkt erop dat we sinds het ter ziele gaan van Caesar weer een fabrikant van graafmachines van Nederlandse bodem hebben.

Lees ook:

alle foto's zijn genomen door Paul Poels