Op het eerste gezicht is er geen revolutie gaande op het terrein waar BouwMachines Komatsu’s ‘slimme’ rupsgraver mag uitproberen. De gele gigant is hard aan het werk wanneer wij aankomen. ‘Gewoon’ een dikke machine, met een eigentijds design en een gespierde uitstraling, maar geen revolutie op rupsen. Ware schoonheid zit van binnen, wordt wel eens gezegd en precies hetzelfde geldt voor de vooruitgang bij de Komatsu PC210LCi: die zit binnenin en is niet meteen herkenbaar. Hooguit valt het een insider op dat deze machine wel langs héél strakke lijnen graaft.
Walk around
Specificaties Komatsu PC210LCI
Motor: 6.690 cm³ Komatsu zescilinder common rail turbodiesel, 123 kW/165 pk bij 2.000 tpm
Hydrauliek: axiale plunjerpompen, samen 475 l/min
Bedrijfsgewicht: vanaf 22.400 kg
Rijsnelheid: 3,0 / 4,1 km/u / 5,5 km/u.
Bijzonderheden: Komatsu iMC 2.0 besturingssysteem
Voor Jan Jacob een beroep gaat doen op de intelligentie van de sinds afgelopen zomer leverbare nieuwe Komatsu, maken we eerst de gebruikelijke ‘walk around’. Jan Jacob bekijkt de techniek grondig en concludeert dat het dagelijkse onderhoud bij deze Komatsu prima te doen is. ‘Je kunt overal goed bij, maar als je wat kappen opentrekt, zie je wel dat alles giga is volgebouwd, techniek in overvloed. Achter dit deurtje in de zijkant van de cabine is ruimte voor gereedschap en wat andere spullen.’
Komatsu zescilinder
Dan gaat het linkerdeel van de machine open en krijgen we de belangrijkste controlepunten te zien, met ernaast het volgens Jan Jacob gemakkelijk te reinigen het koelgedeelte. ‘Kom, we gaan ook maar eens bovenop kijken.’ Met de van een stevige reling voorziene trap zijn we snel op het royaal bemeten bordes. Jan Jacob trekt de motorkap omhoog waar op we in een tot in het kleinste hoekje gevulde machine-kamer kijken. Het ook hier onontbeerlijke diesel- partikelfilter eist behoorlijk wat ruimte op, maar dat is elders niet anders. Onder het voor de afwisseling nu eens in kleur gespoten treeplankje boven de motor ligt een 6,7 liter Komatsu zes-in-lijn common rail turbodiesel die bij 2.000 tpm 123 kW/165 pk levert.
Terug richting aardbodem opent Jan Jacob de traptreden waaronder de vulopening voor AdBlue en de dieselpomp en -vulslang verborgen zitten. Hij wijst ook op de giek: ‘Zo’n slimme machine heeft meer elektronische componenten, slangen, leidingen en kabels en je ziet ook een sensor op het kantelstuk. Al die elektronica en hydrauliek is echter wel mooi weggewerkt en robuust uitgevoerd.’
Werkplezier niet vergeten
Even later bekijkt Jan Jacob vanuit de comfortabele stoel zijn tijdelijke werkplek en probeert alvast wat dingen uit. Na een uurtje ‘spelen’ zal hij ons vast het nodige te vertellen hebben en dat blijkt inderdaad het geval te zijn: ‘De cabine is lekker ruim, het in- en uitstappen is even wennen. Op de stoel kan geen arbo-ambtenaar iets afdingen, comfortabel en met volop verstelmogelijkheden. Naar voren heb je een perfect uitzicht en met de 360 graden camera’s kun je rondom de machine alles in het oog houden. Het interieur maakt een degelijke indruk, je merkt aan alles dat er rekening is gehouden met het welbevinden van de machinist.
De GPS-box is achter de stoel ondergebracht en dan nog is er genoeg ruimte voor andere dingen. Leuk dat deze machine al is verkocht, hij is overduidelijk in handen van iemand die er zuinig mee omspringt en net als ik op sokken werkt. Kijk maar, er zit een klompenrekje links voorop de cabine, zo hoort dat!’ Vaste machinist Tonny Ilbrink steekt zijn duim instemmend omhoog. Hij is ontzettend blij met zijn nieuwe Komatsu. ‘Ik werk al 45 jaar bij Hofmeijer, dit is mijn veertiende kraan en vermoedelijk ook de laatste, want over twee jaar ga ik met pensioen. Ik voel me vereerd dat mijn baas mij als bijna 65-plusser nog zo’n mooie machine geeft om mee te werken!’
GPS-gestuurd
Werken met een ‘intelligente’ machine is voor Jan Jacob niet nieuw. Na wat korte instructies van John van Schagen van BIA gaat hij aan de slag. ‘Als de werktekening is gedownload in het systeem - op afstand of met een USB-stick - kun je beginnen. Op basis van de tekening op het scherm graaf je eerst even handmatig tot je op de juiste diepte bent. Dat kan heel precies, want je ziet op het scherm nauwkeurig hoeveel centimeter je nog van de 0-maat af bent. De offset inregelen is simpel. Dan breng je de 0-lijn van je GPS 20 cm omhoog, om later het fijne afwerken te doen. Je gebruikt daarvoor de hendels, beide hebben een knop voor +5 en −5, waarmee je spelenderwijs de offset kunt aanpassen.
Het is heel doordacht, je hoeft er niet ver voor te zoeken in het menu’, aldus Jan Jacob. ‘Afwerken is een heel precies werkje; je moet supergeconcentreerd bij de lijn blijven en dat kost je bij een flink oppervlak op een conventionele machine behoorlijk wat energie. Met deze Komatsu gaat het veel gemakkelijker. Druk je de knop op de hendel in, geeft een toon aan dat de semi-automaat is gestart. Vooraf moet je de machine nog wel resetten, maar dat is snel gepiept: je moet ‘m zodanig bewegen dat alle punten even over de 0-lijn heen komen, zodat de computer precies weet waar de cilinder staat.’
100 procent graafnauwkeurigheid
Jan Jacob gaat enthousiast verder. ‘Je schakelt de semi-automaat weer in. Dan ga je naar het ingestelde punt met de bak en voelt dan dat die niet verder naar beneden wil. Je staat nu op het punt waar je moet gaan uitgraven. Je houdt de druk op de cilinders, brengt de giek naar beneden en haalt voorzichtig de lepelsteel naar je toe. En dan komt het wonder, je ziet dat de machine precies volgens de tekening graaft, met honderd procent nauwkeurigheid! Zo kun je veel sneller werken, ook omdat de machine in een keer alles goed doet. Even terug om een hobbeltje weg te halen is niet meer nodig.
Heb je de juiste maten ingevoerd in de computer, kun je daarna alle ingevoerde bakken gebruiken. Een enorm voordeel is dat, één keer intoetsen en daarna ben je klaar. Je gaat ook niet gauw in de fout. Wijkt het punt dat je voor de bak hebt geselecteerd, ik noem maar wat, 25 centimeter af van de graaflijn, corrigeert de machine dat zelf, schitterend toch? Een talud doe je al net zo gemakkelijk op de automaat. Natuurlijk moet je niet achterover gaan liggen om een tukkie te doen, maar voortdurend hevig geconcentreerd voor je uit turen of het wel goed gaat, is ook niet nodig. Zo raak je gewoon veel minder gauw moe! Nog iets leuks, ben je dumpers aan het laden en zit je een meter uit de graaflijn, dan stelt de computer de bak automatisch vlak, zodat je hem zo kunt lossen. Oh ja, zo iets doe je als machinist automatisch, maar nu neemt de machine het van je over, een relaxt gevoel.’
Soms even doorbijten
Ondertussen luistert de vaste gebruiker van deze machine instemmend mee. Zeg Tonny, als je over een paar jaar stopt, ben je bijna een halve eeuw machinist geweest. Ben je nu afgelopen jaren zomaar het digitale tijdperk ingegleden? Tonny schiet in de lach. ‘Ja, er is wel veel veranderd. Vroeger kwam ik na een lange werkdag afgepeigerd thuis, op die oude machines moest je flink aan de bak. Het werk is lichamelijk minder zwaar geworden, een hele verbetering. Je moet je ook niet afsluiten voor nieuwe ontwikkelingen. Doe je dat wel, loop je het risico dat je baas een keer zegt “sorry jongen, ik vind het heel vervelend, maar zo komen we samen niet verder”.
Ik hou van mijn vak en wil niet eerder stoppen dan nodig. Zodoende heb ik me ook grondig in die nieuwe technieken verdiept. Het was soms even doorbijten, maar nu pluk ik er de vruchten van. Het is geweldig wat die ingenieurs hebben bedacht. Je weet nu dat alles precies volgens tekening gaat als je het systeem zijn werk laat doen. Mochten er uiteindelijk toch afwijkingen zijn, ligt het aan de tekening en niet aan jou. Voor mijn baas is het fijn dat hij precies kan nagaan waar een machine is en hoeveel werk hij verzet, dat is goed voor de kostenbeheersing. Er is wel iets waar ik vroeger níét aan hoefde te denken: elke dag na het werk de GPS-antennes van de machine halen en het scherm ook meenemen, want dat dure spul is nogal geliefd...’
Digitalisering in de bouw
Het laatste woord is voor Jan Jacob: ‘Normaal vertel ik hoe ik met een machine heb gewerkt. Wat dat betreft geen verkeerd woord over deze Komatsu 23-tonner. Het is een bekende machine, al ligt er nu een Stage V-motor in. Het opmerkelijke is het iMC 2.0 besturingssysteem. Komatsu heeft bij de ontwikkeling van de software samengewerkt met TopCon, maar ik hoorde dat Trimble en Leica eveneen compatible zijn. GPS besturingssystemen gaan een steeds belangrijkere rol spelen in bouwmachines en de ontwikkelingen gaan snel. Smart Construction heet die digitalisering bij Komatsu. Ik vind het fascinerend. Zeer gedetailleerde plannen ontwikkelen in 3D, met een drone het terrein analyseren en opmeten, met die data een 3D-tekening maken en die naar de machine sturen die op het bouwterrein al klaar staat, het komt allemaal binnen bereik. Gelukkig blijft de machinist voorlopig nog onmisbaar, maar hij verkeert bij dit soort machines wel in intelligent gezelschap!’
Dit artikel is gesponsord door BIA Group