Belaen houdt zich bij de Europese vereniging van machinefabrikanten CECE (Committee for European Construction Equipment) bezig met technische ontwikkelingen in de meest brede zin.
'Zelflerende machines: daar gaan we naartoe'
Tijdens de BouwMachines Kennisdag in november 2018 is Belaen de eerste spreker. Hij zal dan onder meer ingaan op de uitkomsten van een groots opgezet onderzoek waarmee CECE de huidige stand van de digitalisering in kaart heeft gebracht.
‘Dat onderzoek’, zegt Belaen, ‘is pas een eerste stap. Want er staat nog heel veel te gebeuren. Het thema van de BouwMachines Kennisdag is: werken met slimme machines. Maar als ik denk aan een slimme machine, denk ik aan een zelflerende machine. Zover zijn we nog niet. Maar in de toekomst gaan we daar wel naartoe.’
Diverse merken moeten met elkaar communiceren
Machines werken nu nog autonoom. Wel worden proeven gehouden om machines met elkaar te laten communiceren. Diverse fabrikanten experimenteren daarmee. ‘Maar wat opdrachtgevers willen, is dat machines van verschillende merken straks met elkaar communiceren.’
Merkgebonden data, dat is niet houdbaar
Voor Belaen staat vast dat fabrikanten hun data via open-source moeten gaan ontsluiten.
‘Data zijn nu nog merkgebonden', zegt Belaen.'Elke fabrikant heeft zijn eigen systeem. Maar dit is niet houdbaar, en dat weten de fabrikanten ook. Verhuurders, aannemers en materieelbedrijven willen met één druk op de knop het brandstofverbruik van alle machines kunnen zien.’
Elke groep heeft zijn eigen behoeftes
Belaen stelt dat elke groep in de sector zijn eigen behoeftes heeft. Dealers, verhuurbedrijven, aannemers en machinebouwers moeten toegang hebben tot specifieke gegevens om hun business te kunnen verbeteren, zegt hij.
‘Soms overlappen de belangen elkaar, dus zijn overeenkomsten nodig om gegevens te delen, zodat iedereen er voordeel bij heeft.’
Je kan zoveel sensoren plaatsen als je wilt
Belaen voorziet dat nieuwe businessmodellen gaan ontstaan voor bedrijven die in opdracht data gaan verzamelen en analyseren. ‘Er is een enorm potentieel aan data beschikbaar. Je kan zoveel sensoren plaatsen op machines als je wilt. De techniek is er. Maar de data gaan niet alleen over machines, maar ook over processen en operaties op de site. Om de algehele efficiëntie te verbeteren, moeten die data worden gerangschikt en geduid.’
De landbouw gaat sneller
Er is nog een lange weg te gaan, benadrukt Belaen. ‘Onze sector is traditioneel. We mogen misschien niet zeggen dat we achter lopen, maar in tijd blijven we wel achter bij andere sectoren. In bijvoorbeeld de landbouw zijn ze veel verder.’
Belaen constateert dat fabrikanten beseffen dat zij in beweging moeten komen. ‘Wel zie je verschillende snelheden bij de bedrijven. Vaak is het afhankelijk van de R&D-capaciteit hoe snel de ontwikkelingen bij een fabrikant gaan.’
Voor machinisten zal er veel veranderen
Niet alleen voor fabrikanten, ook voor machinisten zal er veel veranderen, voorziet Belaen. ‘Vanuit een BIM-model is het straks mogelijk dat een machine autonoom en automatisch exact de contouren volgt die van tevoren zijn ingegeven. Ook graaft de machine dan precies tot de vooraf ingestelde diepte. Het is onvermijdelijk dat de markt daar om gaat vragen. Er is geen ontkomen aan.’
BEKIJK HIER het BouwMachines Dossier over innovaties en praktische toepassingen van digitalisering.
Meer artikelen over de Kennisdag:
Lees hieronder eerdere artikelen over de BouwMachines Kennisdag:
Een vliegwiel voor het delen van innovaties.
KOMAT-voorzitter juicht digitalisering toe, maar ziet ook een keerzijde.