Bedrijven met een meer dan honderd jaar historie zijn dun gezaaid. Tot dit selecte gezelschap behoort ook Merlo, gevestigd in Cuneo en in 1911 opgericht door Giuseppe Amilcare Merlo. Aanvankelijk heeft zijn voor ijzerbewerking ingerichte werkplaats een oppervlak van slechts 25 vierkante meter, maar dat is voldoende om werkzaamheden voor derden uit te voeren, zoals de vervaardiging van machineonderdelen. Het bedrijf verhuist in 1953 naar een nieuwe 2.000 vierkante meter grote locatie in een buitenwijk. Giuseppes dochter Natalina en zoon Amilcare zijn dan al vijf jaar bij de bedrijfsvoering betrokken en dat zorgt voor nieuwe impulsen in de bedrijfsvoering en groei.
Opmerkelijke vernieuwingen
In 1964 is opnieuw een verhuizing noodzakelijk, nu naar faciliteiten met een oppervlak van maar liefst 40.000 vierkante meter. Het bedrijf bevindt zicht nog steeds in de buurt van Cuneo, niet ver van de Franse grens. De ambities gaan inmiddels verder dan de fabricage van onderdelen voor derden. Aldus rollen in 1966 de eerste compacte dumpers en rijdende betonmixers de nieuwe fabriek uit.
Met zo’n verreiker werk je vaak in een drukke omgeving en dan wil je ogen aan alle kanten hebben”
Wereldprimeur
In 1981 presenteert Merlo zijn eerste verreiker, de geavanceerde SM30, met onder meer hydrostatische transmissie, vierwielaandrijving en een karakteristieke cabine met een afgeronde voorkant. Vijf jaar later zorgen de Italianen voor een wereldprimeur met de XS verreiker. De motor die bij deze machine aan de rechterkant is gesitueerd, maakt het mogelijk om op de achterkant van het chassis een scharnierende giek te plaatsen. Bijkomend voordeel is een uitstekend uitzicht rondom, zoals dat ook voor de latere modellen kenmerkend zal worden. In 1991 verschijnt de Roto 25.11 XS, een verreiker die met zijn draaiende bovenbouw nieuwe wegen inslaat. Vanaf 1996 wekt de Turbo-farmer de interesse van de agrarische sector.
Volledig nieuw ontwerp
De nieuwste machine die het bedrijf presenteert, past geheel in de traditie van Merlo. De Merlo eWorker is namelijk gebouwd volgens een nieuw recept, en niet alleen qua uiterlijk. De machine is niet afgeleid van een reeds bestaande verreiker, maar vanaf de basis nieuw ontworpen. Op die manier kon de machine zo efficiënt mogelijk rondom de elektrische tractie worden geconstrueerd. De drie of vier elektromotoren (afhankelijk van de uitvoering) worden gevoed door een 48 Volt loodzuuraccu met 46kWh aan capaciteit die aan de rechterkant van de machine is geplaatst.
Prijsverschil
De loodzuuraccu is een zeer bewuste keuze, om de simpele reden dat deze duizenden euro’s goedkoper is dan een Lithium-ion-accu. Dat prijsverschil gaat extra zwaar wegen bij een (uiteraard optionele) extra accu. Het wisselen van de accu’s kost nauwelijks meer dan vijf minuten.
Energie terugwinnen
Volgens de testnorm voor heftrucks kan de eWorker met een volle lading acht uur vooruit. In de praktijk blijkt dat meestal rond de tien uur te zijn, waarbij het ook helpt dat energie kan worden teruggewonnen door regeneratief remmen. Het opladen van een lege accu vergt acht á negen uur. Anders dan met een Li-ion accu wordt tussendoor laden afgeraden.
Twee elektromotoren
De eWorker 2WA heeft voor het rijden twee elektromotoren die samen 44 kW/60 pk leveren, voor elk voorwiel één. Bij de 4WA verzorgt een derde (identieke) motor de tractie van de achterwielen. Een simpele optelsom leert dat aan de wielen dan 66 kW/90 pk beschikbaar is. Daarnaast is er, afhankelijk van het aantal aangedreven wielen, nog een derde of vierde elektromotor voor de aandrijving van het hydraulische systeem.
Brede collectie werktuigen
De vierwielaandrijver is, uiteraard met terreinbanden, ideaal voor gebruik op bouwplaatsen en in de agrarische sector. Voor gebruik op een verharde ondergrond is de eWorker verkrijgbaar met minder extreem geprofileerde straatbanden. De klant heeft keuze uit een brede collectie werktuigen, die gemakkelijk te wisselen zijn dankzij het eigen Merlo-vorkenbord.
Alles is heel robuust gebouwd en lijkt gemaakt voor de eeuwigheid”
Robuuste constructie
Testmachinist Jan Jacob Bles knikt goedkeurend als hij om de eWorker heen loopt. ‘Daar hebben we dan het Groene Monster.’ Zijn blik verraadt dat dit als een compliment is bedoeld. ‘Alles is heel robuust gebouwd en lijkt gemaakt voor de eeuwigheid. Het is geen hoge machine, waardoor je vanaf de begane grond overal bij kunt. Ik ben nieuws-gierig naar wat er achter de deksels en deurtjes zit.’
Accupakket direct bereikbaar
Met een paar simpele bewegingen komt de techniek in beeld. Bles: ‘De regelaars voor de rijmotoren en de giek
zitten mooi naast elkaar en ook het accupakket is direct bereikbaar. We hadden het er net al over dat de accu
gemakkelijk verwisselbaar is. Ideaal voor bedrijven waar zo’n machine 24 uur per dag moet draaien. Ik zie dat het hydraulische systeem direct achter de cabine zit. Het wordt aangedreven door een elektromotor, maar in feite is dat ook het enige verschil met een fossiel aangedreven machine.’
Lage zithoogte
De expert zit in een oogwenk achter het stuur. ‘Door de lage zithoogte stap je erin alsof het een SUV is. Handig, want bij dit soort machines moet je heel vaak in- en uitstappen. De stoel zit lekker en geeft ook de rug voldoende steun. Je kunt de vering instellen en ‘m naar voren of naar achteren schuiven. Prima zo. Complimenten voor het zicht. Merlo heeft in dat opzicht een reputatie hoog te houden. Met zo’n verreiker werk je vaak in een drukke omgeving en dan wil je ogen aan alle kanten hebben. Het portierraam kun je naar achteren klappen, handig als je frisse lucht wilt happen of vaak moet overleggen met de collega’s om je heen. Voor de echte beginneling zit er rechts tegen het raam een simpele, maar wel uitgebreide handleiding die je op weg helpt met de machine.’
Drie transmissiestanden
Met het numerieke display rechts op het dashboard kan de bestuurder snel overweg. Het geeft alle noodzakelijke informatie, uiteraard ook over de batterijreserve. ‘Het is allemaal heel overzichtelijk, herkenbaar en logisch’, zegt Bles. ‘Zo moet het ook bij dit soort machines. Je moet geen uitgebreide cursus nodig hebben om ermee te leren werken.'
Power-stand
Het display leidt je door de diverse instellingen, waaronder die van de transmissie. 'Die biedt een drietal mogelijkheden. Om te beginnen is er de Power-stand, voor gebruik onder zwaardere terreinomstandigheden, waarbij een maximum snelheid van 25 km/u bereikbaar is. Datzelfde tempo is haalbaar bij Normal, een stand die je onder meer gebruikt voor het rijden op de openbare weg, waarvoor de eWorker is gehomologeerd. Wil je er een aanhanger aan vastkoppelen, kan dat ook. Die mag inclusief belasting twee ton wegen. Tenslotte is er ook nog de Eco-stand, waarbij het tempo is begrensd op 19 km/u.’
Parkeerstand
Om zich heen kijkend wijst de testpiloot op de gewichts-indicator: ‘Kijk, die zit perfect in beeld, de blik valt er vanzelf op wanneer je rechts door het voorraam kijkt. Minder geslaagd vind ik de plek van de knop van de parkeerstand. Die zit niet goed in het zicht, zo bij de knie, naast de stuurkolom, onder de contactsleutel. Ik zag trouwens in de brochure dat de machine leverbaar is met een elektrische verwarming die meteen op gang komt als je ‘m inschakelt. De voorruit is standaard elektrisch verwarmd, fijn als je last hebt van condens, om nog maar te zwijgen over ijsvorming in de winter.’
Groene monster gaat los
Bles draait de contactsleutel om zoals hij dat gewend is bij een fossiele machine. Geen dieselgeronk, wel het zachte gezoem van een elektromotor en een groen lampje op het dashboard om je eraan te herinneren dat de aandrijving actiebereid is. Nog even het portier sluiten en lós gaat het Groene Monster.
Gemakkelijk van start
Afgaande op zijn brede grijns heeft de machinist er overduidelijk plezier in, wat ook blijkt als de ‘oefeningen’ erop zitten en Bles zijn oordeel velt. ‘Het gaat allemaal zó gemakkelijk: contactsleutel omdraaien, de machine van het parkeerslot halen, in de vooruit zetten en je kunt gasgeven. Trap het pedaal niet te diep in, want hij wil er echt wel vandoor. Een elektromotor heeft nu eenmaal altijd koppel, ook bij lage toerentallen.'
Soepele machine
De bediening is supersimpel. 'Wil je de giek heffen, dan vraagt dat om hydraulische kracht. Je hoort de pompen even wat gaan, maar voor de rest is er amper geluid. Het is een heel soepele machine. Vooruitrijden, achteruit; alles wat je doet gaat lekker vlot en zonder schokken, hokken of stoten. Opmerkelijk is ook de giek; die daalt op zwaartekracht, dus niet hydraulisch. Zwaartekracht kost immers geen energie, dus dat is mooi meegenomen. Actieve BSS hydropneumatische giekvering is een optie en heel nuttig als je vaak met een kwetsbare lading rijdt, al is het ook comfortabeler voor de machinist.’
Scherp manoeuvreren
Het kost Bles weinig moeite zijn bevindingen in een paar woorden samen te vatten: ‘Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit niet had verwacht. Ik ben aangenaam verrast door het bedieningsgemak, de rust en de kracht van deze machine. Hij stuurt op de achteras en de wielen hebben een enorm grote uitslag, waardoor je ontzettend scherp kunt manoeuvreren, net als bij een heftruck. Wie wel eens in een vol magazijn werkt, weet hoe belangrijk dat is. Daarbij heb je ook nog goede LED werk- en rijverlichting. Er is werkelijk aan alles gedacht. Het is een machine waar iedereen heel snel op kan leren rijden en bovendien een machine die door zijn emissievrije aandrijving helemaal in deze tijd past.’
Dit artikel is gesponsord door De Lille.
