Jeroen kwam in 1988 in dienst bij Brinkman in Westzaan. ‘Daar begon ik op een minigraver, gevolgd door een mobiele en rupsgraafmachine. Op een dag meldde mijn werkgever dat ik de volgende dag het spoor op moest. Samen met een Atlas 1302 werd ik verhuurd aan een spoorwegbouwer. Dat was ergens in 1991. Daarna ben ik het spoor niet meer afgegaan. De vrijheid en de afwisseling van dit werk past helemaal bij mij, al zijn de regels in de afgelopen jaren wel flink aangescherpt. Vroeger mocht er nog gewerkt worden terwijl het nevenspoor in dienst was. Tegenwoordig zijn de sporen bij werkzaamheden buiten dienst. Ook de krols moeten aan allerlei eisen voldoen. Een lastmomentbeveiliging is nu bijvoorbeeld verplicht. Ik begrijp dat de regels strenger zijn geworden. Treinen zijn net sluipmoordenaars; als je ze hoort zijn ze al bij je. Toch heb ik me in al die jaren nooit onveilig gevoeld.’
'De vrijheid en de afwisseling van dit werk past helemaal bij mij, al zijn de regels in de afgelopen jaren wel flink aangescherpt'
Jeroen maakt in 2008, na 20 jaar gewerkt te hebben voor Brinkman, de overstap naar Strukton Rail. ‘Strukton kocht een aantal spoorwegmachines en zocht ervaren machinisten. Inmiddels werk ik er alweer bijna tien jaar, met heel veel plezier. Strukton is echt een topbedrijf, alles is goed geregeld. Ik hoop hier nog jaren te mogen werken. Overigens voor wie interesse heeft, Strukton Rail is op zoek naar machinisten met een hijsbewijs en bij voorkeur ervaring op het spoor.’
Atlas spoorwegmachines
Voor Jeroen bestaat er als het gaat om krols geen ander merk dan Atlas. ‘Gedurende mijn gehele carrière op het spoor heb ik enkel met Atlas spoorwegmachines gewerkt. Atlas is voor mij hét merk. Het zijn krachtige machines. Met mijn huidige Atlas 180WSR werk ik nu zo’n twee jaar.’
'Het werken onder tijdsdruk, de sporen moeten immers weer op tijd worden vrijgegeven, geeft mij geen stress'
‘Hier in Hilversum moeten de houten dwarsliggers onder de wissels worden vervangen. Bij uitzondering werk ik weer eens overdag; spoorwerk wordt in de regel toch meer ’s nachts uitgevoerd. Sinds maart ben ik leermeester en werk ik wat vaker overdag. Dan is er vaak net wat meer tijd om een leerling te begeleiden. Maar werken in de nachtelijke uren vind ik geen probleem. Ook het werken onder tijdsdruk, de sporen moeten immers weer op tijd worden vrijgegeven, geeft mij geen stress. Echt, ik hoop dit werk nog jaren te mogen doen.’