Waarom machinisten doen wat ze doen is doorgaans niet heel moeilijk te vatten. Trots vertellen ze over de vrijheid, over resultaat naar werken en hoe ze steeds weer worden uitgedaagd. Jaloersmakend voor al het kantoorvolk dat massaal cursussen volgt waar ingevlogen experts komen vertellen over persoonlijke ontwikkeling en hoe (weer) plezier in hun werk kunnen krijgen.
Vrij beroep
Het is wat de machinist al lang weet en iedere dag weer doet. Hun territorium is een bouwplaats. “Dat is altijd weer iets anders”, zegt Koen Jogems, die dagelijks met slopen bezig is. “Met een mobiele kraan kom ik overal en dat past mij wel. Ik doe vooral klussen van een week, soms twee weken, soms een dag.” Michel Brandenburg, een kraanmachinist die zijn hoogtevrees moest overwinnen, is daarover ook duidelijk: “Ik vond dat gaaf en was eigenlijk gelijk verkocht. Ik zit met plezier bovenin. Anders had ik het ook niet gedaan.”
Kees van Etten begon ruim dertig jaar geleden voor zichzelf en onderschrijft wat Jogems zegt. “Het werk is heel gevarieerd. Gelukkig wel. Je wilt toch niet het hele jaar hetzelfde doen.” Jacob Jan de Groot, voormalig IT-er en nu grondwerk-machinist, heeft daarop een niet onbelangrijke aanvulling: “En er is geen baas die de hele dag op je vingers kijkt.” Wat niet wil zeggen dat hij daarmee alleen maar doet wat hij zelf wil, natuurlijk is hij ook onderdeel van het grotere geheel. “We zijn een platte organisatie. Dan ben je je ervan bewust dat je geld verdient voor elkaar. Als iedereen een liter gasolie per uur bespaart, dan is dat samen heel veel.”
En dan is er de trots om een belangrijk onderdeel te zijn van wat er uiteindelijk gebouwd en gemaakt wordt. De Groot: “toen ik dat de eerste keer deed, wist ik: dit is het. Je maakt werk!” Ook GerritJan Bunt praat daarover met uitroepteken: “Je maakt wat met je kraan.”
Transitie naar Zero Emission?
Vernieuwing en verandering brengt nieuwe uitdagingen. De meest recente: zero emission. Diesel wordt langzaam aan elektrisch. Bunt: “Als echte machineman hou je van diesels en dat zal ook nooit overgaan.” Toch maakte hij de overstap “Nu ik ermee bezig ben vind ik het een leuke uitdaging om met een elektrische machine mee te komen met de diesels.”
“Een mooi spelletje”, noemt Brandenburg het. “Daar begin je dus ’s morgens al mee. In de pauze laad je door en dan is het de kunst om de hele dag elektrisch te kunnen draaien. Soms moet je dan even letten op stroomvreters en de verwarming bijvoorbeeld wat lager zetten.”
En het bezwaar dat je met elektrische aandrijving als machinist je oren verliest? Bunt weerlegt het: 'Een machinist houdt van het geluid van een diesel, maar die zijn ook al steeds stiller geworden. Daarbij is de elektrische machine gelukkig ook niet helemaal stil. Je hoort de ventilatoren van de koeling van de batterijen en je hoort de hydrauliek. Dat geluid heb je ook nodig. Je bedient een machine toch met het gevoel in je handen en op je gehoor.”
Dat betekent natuurlijk niet dat iedereen niet kan wachten om ook te veranderen. Kees van Etten relativeert: “De vraag naar elektrisch is er nog niet in de praktijk. In de kleine dorpen bij ons in de omgeving vragen ze daar niet om. We merken er nog weinig van.”
En ondertussen draaien ze alle vier door. Met trots en plezier omdat ze alle vier vinden dat ze het mooiste beroep van de bouw hebben.
Lees de 4 interviews: